Het is niet alle schrijvers gegeven een goede columnist te zijn
De Foute Jongens discussiëren in Nieuwe Revu over het feit dat niet elke literaire grootheid spraakmakende cursiefjes kan schrijven. Marente: eredivisie. Ilja: vierde klasse onderbond.
Nieuwe Revu - 44
Rob: Is een goede schrijver automatisch ook een goede columnist, mijnheer Van Amerongen? Zoals te doen gebruikelijk antwoord ik zo voorzichtig mogelijk: niet per se.
Sta mij toe eerst uitgebreid de liefde te verklaren aan Marente de Moor, de vrouw met wie ik in maart jongstleden, tijdens de kunstbeurs Tefaf, door haar huidige woonplaats Maastricht kuierde. Ondanks ons enorme leeftijdsverschil koesterde ik na verloop van tijd de wens deze wandeling hand in hand te voltooien. Waarom niet? Michael Douglas en Catherine Zeta-Jones schelen zelfs nog drie jaar meer en zijn al een kwart eeuw bij elkaar.
Toen, echter, in een etablissement in Wyck, maakte ik de onvergeeflijke blunder om de Vlaamse serveerster die onze bestellingen kwam opnemen bij wijze van baltsgedrag richting Marente in oubollig namaak-Vlaams te woord te staan. “Jij bent een echte oom”, voegde Marente mij terstond spottend toe. Ik wist meteen mijn plaats weer en stotterde daarna nog slechts dat zij de beste schrijver én de beste columnist van Nederland is. Zij glimlachte. Daar bleef het bij.
Maar ik meende het wel. Marente de Moor bewijst als niemand anders dat de combi mogelijk is. Onlangs las ik haar laatste roman De Bandagist. Ik ben er nog steeds van onder de indruk. Daarnaast schrijft zij uitmuntende columns voor HP/De Tijd. Marente woonde en werkte lange tijd in Rusland. De levenservaring die zij in dat rauwe, harde land heeft opgedaan komt haar zowel in haar romans als in haar columns van pas. Verder is politieke correctheid deze dochter van Margriet de Moor vreemd.
Kijk, mijnheer Van Amerongen, dát is nog eens een bruggetje, want met die laatste zin beland ik automatisch bij de columns, óók voor HP/De Tijd onder andere, van Ilja Leonard Pfeijffer. Niet in de laatste plaats door zichzelf wordt deze ijdele classicus als een literaire gigant beschouwd, hetgeen ik op zich kan begrijpen. Bij Het Grote Baggerboek (2004) moest ik vaak grijnzen, bij het vernuft van La Superba en Alkibiades zat ik instemmend te knikkend en ook zijn talloze andere verhalen en gedichten kunnen mijn waardering wegdragen (al stelt Oom Rob de Mierenneuker ook dat zijn taalgebruik in De Griekse Mythen te slordig is).
Maar zijn columns, collega! Zó correct! En dus zó verschrikkelijk! Het totale gebrek aan originaliteit doet pijn aan je ogen. “Geert Wilders heeft gewonnen. Zijn fascisme is mainstream geworden”, schreef hij laatst. Dat hadden we echt nog nergens gelezen, maar niet heus. De heer Pfeijffer schrijft, met andere woorden, dertien-uit-een-dozijn-columns die door elke AI-machine afgescheiden kunnen worden. Ten bewijze vroeg ik Google-programma Gemini om dit stuk in de stijl van Ilja Leonard Pfeijffer af te sluiten.
Hou u vast: “Het columnisme is geen literaire discipline, het is een succubus die de schrijversziel leegzuigt, week na week. Ik pleit daarom voor een algeheel verbod op de wekelijkse bespiegeling. Laat de schrijver zwijgen tot hij iets te melden heeft. Tot die tijd: silenzio!”
Het zal er vermoedelijk niet van komen.
Ik ben strontjaloers op de hedendaagse Homerus
Arthur: Wat goed dat je over Ilja begint, mijn collega-columnist bij de HP/De Tijd! Ik heb hem erg hoog zitten en je mag gerust weten dat ik strontjaloers ben op deze hedendaagse Homerus. Als hij afdaalt naar de lage landen - hij woont in een kasteel even buiten Genua, bekend van Jan Peters, John van ‘t Schip, Marciano Vink, Milan Berck Beelenkamp, Kevin Strootman en Denilho Cleonise - wordt hij door zijn uitgever rondgereden in een roze limousine en houdt hij tien signeersessies per dag.
Tijdens de presentatie van zijn meesterwerk Alkibiades in The READ Shop in Delfzijl, kreeg hij onderbroeken en bh’s (z.g.a.n.) van zijn trouwe fans toegeworpen, een eer die normaal gesproken alleen is weggelegd voor hele grote vaderlandse sterren als Barry Hay, Ronnie Tober en Heintje Simons. Ilja is de enige Nederlandse man die van mij nerts bontjassen mag dragen, en haar tot op de billen.
Ik hoorde van zijn uitgever Elik Lettinga, die vier jaar mijn schoonzus was, dat haar lievelingsschrijver aan de Manjaro gaat, een antidiabeticum waarmee je zelfs Asha ten Broeke zo slank krijgt dat ze door de brievenbus past. Ik vind het een slecht plan, want Ilja’s embonpoint past bij hem als de Nobelprijs voor de Literatuur en de P.C. Hooft-prijs. Mensen die ineens heel mager zijn geworden - denk aan Frenske, Hanneke Groenteman, Sjuul Paradijs en Marc van der Linden - zijn ineens niet meer gezellig en charmant. Enfin, ik hoef jou daar niks over te vertellen want jij was op je gezelligst toen je 160 kilo woog.
Ik hoorde ook van Elik dat Ilja met een klimaatroman komt rond de Kerst, en dat vind ik echt geweldig nieuws. De klimaatroman van Tommy Wieringa vond ik meesterlijk en als ik dan zie dat zijn pageturner uit het niets op de eerste plaats van de Bestseller 60 wordt gekatapulteerd, ben ik wederom strontziek van de kinnesinne. De klimaatromans van Tommy Wieringa en Ilja Pfeijffer zijn verplichte kost op alle ROC’s in Nederland, en er komt nu ook een dunne versie in het Berbers, Turks en Somalisch, met tekeningen van Nijntje.
De meesterwerken van deze twee giganten en de Heilige Qur’aan plus de Enkhuizer Almanak zijn het enige probate middel in de strijd tegen Wilders en het oprukkend fascisme, heer Hoogland. Marente zie ik overigens later deze maand. Zij gaat een maand resideren in het schitterende Marina-hotel in mijn Olhão, en mij is gevraagd om haar te chaperonneren. Ik zal haar toch eens vragen waarom jij ineens Cora van Mora ging imiteren terwijl je met haar aan de borrel was in café In Den Ouden Vogelstruys op het Vrijthof in Maastricht want ik geloof er niks van dat je haar hebt geprobeerd te schaken in het armetierige Wyck.
Wellicht had jij als Archie Leach in A Fish Called Wanda als voorbeeld maar daarmee krijg je diva van de vaderlandse columnistiek niet onder de klamme lappen, kunstbroeder. Ik ga haar in de suite van haar hotel voorlezen uit De lusiaden van Luís de Camões en reken maar dat ze zwicht voor mijn avances, ook al is ze 45 jaar jonger. Leeftijd is een sociale constructie, roept Emile Ratelband altijd, en dat is krek waar.
Te veel gedoe bij de betaling? iDeal is er ook, zowel voor een abo als voor een donatie. Klik op een van onderstaande buttons. Desgewenst wordt naar evenredigheid toegang tot de betaalde Substack-inhoud verleend.
Er is een gat in de betaalmuur. Na drie verwijzingen mag je een maand naar binnen, na zeven verwijzingen drie maanden, na twaalf verwijzingen een half jaar.
Wil je de Foute Jongens-rubriek van Rob en Arthur in Nieuwe Revu zelf lezen? Dat kan uiteraard ook. Klik op onderstaande button.





