Het Eigen Hond Eerst-argument is ondeugdelijk
Op 6 februari wordt de Grote (Straat)Hondenbijbel die ik met Arthur van Amerongen samenstelde gepresenteerd. Hier een Foute Jongens-hondenverhaal dat er in HP/De Tijd aan vooraf ging.
HP/De Tijd - 07
Rob: Als er één wezen is dat ons verbindt, mijnheer Van Amerongen, dan is het de hond. U heeft er twee, momenteel (het waren er ooit zes). Zelf heb ik altijd een solitair exemplaar geprefereerd. In mijn huidige en waarschijnlijk toch wel laatste huwelijk - je weet ‘t nooit, maar ik heb nog steeds het idee dat de echtgenote van nu mij zal blijven gedogen, terwijl ikzelf ondanks de verlokkingen waaraan lezeressen mij steeds weer in hun liefdesbrieven blootstellen evenmin van zins ben nog van echtelijke sponde te veranderen - behoort numero 4 alweer 2 ½ jaar tot de huishouding.
Ze heet Bobbie (mijn hond, niet mijn vrouw) en ze is niet alleen in letterlijke zin een bitch (mijn hond, niet mijn vrouw). Ze weegt slechts zes kilo, werd drie jaar geleden op straat aangetroffen in Albufeira en ik verkreeg haar via de Second Chance Foundation (Animal in Need), een organisatie die zich bezighoudt met de opvang van asielhonden in landen als Portugal, Spanje, Griekenland en Roemenië en op Curaçao.
Ik ben sinds jaar en dag een van de ambassadeurs van die club en kan niet ontkennen dat ik daar tot leedwezen van ons beider hartsvriendin Antoinnette Scheulderman, die haar óók wilde hebben, voor één keer misbruik van maakte. Een speurtocht op Google Images maakte mij duidelijk dat Bobbie wellicht een kruising is tussen een Maltezer Leeuwtje en een Jack Russell, al zou het mij ook niet verbazen wanneer wetenschappelijk onderzoek zou aantonen dat zij ondanks haar kleine formaat rechtstreeks afstamt van het dier dat de Utrechtse Heuvelrug momenteel als gevolg van een waanzinnig ecologisch experiment terroriseert: de wolf.
Bobbie is een kreng.
Maar wel een leuk kreng.
Kan ik zonder een hond? Slecht, al was het alleen maar omdat het dier mij dwingt om er drie of vier keer per dag al wandelend op uit te trekken, hetgeen zeer gezondheidsbevorderend is. De relatie tussen man en hond is reeds een miljoenmiljard keer beschreven, ook door talloze gerenommeerde literatoren. Toch is zij vaak ook níet beschreven, waarbij ik het bijzonder denk aan de grote Gustavo Bernardo José - kortweg GBJ - Hiltermann, wiens naam onlosmakelijk is verbonden met het blad waarin onze dialogen worden gepubliceerd. Het heette toen nog de Haagse Post en GBJ was van 1952 tot 1965 directeur/eigenaar. Uiteraard verwierf hij tevens bekendheid als radiocolumnist en later was hij ook columnist bij De Telegraaf.
Uit die laatste periode herinner ik mij zijn spaarzame bezoeken aan de redactie, waarvan twee dingen mij in het bijzonder zijn bijgebleven: 1. hij droeg geen sokken, 2. hij liet zich af en toe vergezellen door zijn twee teckels. Volgens mij heeft GBJ nooit een columnistisch woord aan die hondjes besteed, terwijl hij verzot op ze was. Met dergelijke alledaagse sentimentaliteiten wenste hij zich in journalistiek opzicht niet bezig te houden. Er waren belangrijkere toestanden in de wereld.
Ach ja, GBJ.
De hoofdredactie van de T vroeg mij eens om een boek van zijn hand te bespreken.
Hoofdredacteur Johan Olde Kalter meldde dat aan GBJ, waarna Johan het volgende antwoord kreeg.
“Hoogland? Wie is dat?”
Ik schreef toen al jaren zes columns per week.
Laten we het eens over hondenhaters hebben
Arthur: Hoogland? Wie is dat? Haha, dat doet mij denken aan dat epische moment dat jij niet herkend werd door de juffrouw achter de receptie in de Telegraaf-bunker. Wij moesten samen komen opdraven voor de potkast van Wierd Duk maar om mij onbekende redenen heb jij geen pasje meer. Na de aanslagen op het hoofdkantoor van de Basisweg zijn er stringente veiligheidsmaatregelen genomen en dat vind ik wel begrijpelijk.
Dat doet mij meteen weer denken aan Tommy Wieringa, alias de Goddelijke Kale, die voor een volle zaal met burgemeesters tegen Tonnie Hoes, beter bekend onder zijn artiestennaam Twan Huys (dat bekt beter in het Witte Huis) zei dat hij het betreurde dat de aanslag op de Telegraaf mislukt was, of iets in die geest. Ik citeer even onze gewaardeerde collegaatjes van de NOS:
“Tijdens een tweedaags congres in Maastricht ging een gesprek met Wieringa over bedreigingen aan het adres van bestuurders en over criminelen die steeds zichtbaarder worden in de bovenwereld. Presentator Twan Huys noemde het bestelbusje dat het Telegraafgebouw inreed. Waarop Wieringa zei: "Dat werd tijd". Uit de zaal klonk gelach en geklap. Toen Huys begon over de aanslag op het blad Panorama van vorige week, zei Wieringa: "Daar geldt hetzelfde voor".”
Overigens is Tonnie Hoes bij mijn weten niet kaal maar verft hij zijn haar met schoenpoets en daarom kan en mag hij nooit onder grote studiolampen zitten omdat de boel anders gaat lekken en dan krijg je toestanden zoals bij Rudy Giuliania destijds, of zoals bij Gustav von Aschenbach (schitterend gespeeld door Dirk Bogarde) in Death in Venice. Maar dit terzijde. Jij werd dus niet herkend door het schattige Turkse meisje achter de receptie en riep met enige pathos: “Weet u wel wie ik ben, juffrouw, ik ben de Grote Rob Hoogland! Mister Telegraaf! “
Enfin, dat werd een flink opstootje bij de balie, en gelukkig was Rien van Beemen, de CEO van Mediahuis Nederland, in de buurt en daarom kon de potkast met Wierd vooralsnog doorgaan. Rien vertelde overigens dat het pand van het NRC aan het Reauquin eigendom is van de erven Holleeder, maar kennelijk is dat geen bezwaar voor de redactie van het NRC, die voor geen goud naar het pand aan de Basisweg willen omdat hun collega’s van de Telegraaf proleten zijn en Holleeder niet.
Maar het zou over honden gaan, oom Rob. Laten we het voor de verandering eens over hondenhaters hebben! Ken je deze passage van mijn held Kurt Tucholsky, uit Traktat über den Hund?
„Es muss wohl Katzenmenschen und Hundemenschen geben. Magst du den Hund? Ich auch nicht. Er brüllt den ganzen Tag, zerstört mit seinem unnützen Lärm die schönsten Stillen und wird in seiner Rücksichtslosigkeit nur noch von der seiner Besitzer übertroffen.”
Wat vind jij van mensen die niks van honden moeten hebben? We gaan het niet over mohammedanen hebben hoor, dat is te makkelijk want hun cynophobia is op voorschrift van de Profeet (de vrede zij met hem).
Liefst 250 Koekebakkertjes naar Nederland
Rob: Voordat ik uw vraag beantwoord, mijnheer Van Amerongen, voel ik mij genoodzaakt u weer eens te corrigeren. Ik ben al ruim zeven jaar niet meer in vaste dienst bij de T en kom er dientengevolge nauwelijks nog. Dat die jonge Turkse juffrouw bij de balie mij niet herkende was daarom volstrekt begrijpelijk. Toen ik met pensioen ging zat zij waarschijnlijk nog in groep 8 en vermoedelijk lazen ze bij haar thuis eerder de Hürriyet dan de Telegraaf. In tegenstelling tot wat u glashard durft te beweren, ben ik haar uitermate liefdevol blijven behandelen.
Bovendien heb ik een beter verhaal. Het pasjessysteem was al jaren eerder ingevoerd. De toenmalige TMG-directie onder leiding van ceo Geert Jan van der Snoek vond het Telegraaf-gebouw in Amsterdam-Sloterdijk te veel op een duiventil lijken, al lag aan deze maatregel tevens een onaangekondigd, tamelijk luidruchtig bezoek van een groep Hells Angels aan de redactie ten grondslag. En wie werd tóen bij de ingang tegengehouden? Hoofdredacteur Sjuul Paradijs, die zijn pasje was vergeten.
Sjuul was toch niet echt een onopvallend type, maar de dienstdoende portier had geen idee wie hij was. Of was hij er soms al van op de hoogte dat Van der Snoek van plan was Sjuul zijn congé te geven? De ceo ondersteunde van harte het potsierlijke plan van Frank Botman, destijds de vermogensbeheerder van John de Mol, om de Telegraaf die De Mol zo graag wilde overnemen in vijf hoofdmerken op te knippen. Die segmenten moesten stuk voor stuk hun eigen hoofdredacteur krijgen en daarin was voor Sjuul geen plaats.
Enfin, hondjes dus. Sjuul Paradijs nam er óók eentje van de Second Chance Foundation, vanuit het asiel dat toen nog in het Spaanse La Linea de la Concepcion door de legendarische Nederlandse antiekhandelaar Peter Koekebakker, inmiddels niet meer onder ons, werd gerund. Sjuul en ik trokken ons het lot van de liefst 600 honden die daar destijds waren ondergebracht hevig aan. Met behulp van Transavia zetten wij een publicitair uitbundig begeleide luchtbrug van Malaga naar Schiphol op, waarmee uiteindelijk liefst 250 honden, door lezers geadopteerd, naar Nederland werden overgevlogen. Ze werden ‘Koekebakkertjes’ genoemd.
Zelfs de Frogertjes namen er eentje, net als Nelly Frijda en Dominique van der Heyde en dier toenmalige echtgenote Annet de Jong. Vaak wijst men mij erop dat de Nederlandse dierenasiels óók uitpullen. Dat vind ik een ondeugdelijk Eigen Hond Eerst-argument, als u begrijpt wat ik bedoel. Net als u en uw verloofde doe ik graag iets voor deze buitenlandse verschoppelingen. Laat dat dan onze bijdrage zijn aan de pogingen om de samenleving te verbroederen. Dan hebben we tenminste nog íets goed gedaan.
O ja, die vraag van u.
Dit is mijn antwoord: ik wil het juist wél over mohammedanen hebben, want ik zag laatst een Journaal-reportage over de geweldige manier waarop de inwoners van Istanboel omgaan met de liefst vier miljoen straathonden in die stad: ze geven ze dagelijks eten en laten ze zelfs op hun kosten inenten. Erdogan wil ze ruimen, maar die mensen zullen dat nooit toestaan. “Het zijn onze honden”, zeggen zij. Ik zag het en kreeg kippenhuid, zoals Tomislav Ivic het ooit tegen mij zei.
Er is nog hoop, mijnheer Van Amerongen.
De teckels van GBJ zou ik beleefd hebben geweigerd
Arthur: Ik zie inderdaad heel veel filmpjes op Instagram van vreselijk lieve mensen in Istanboel die belangeloos honderden, zo niet duizenden zwerfhonden verzorgen en voeden, en dan breekt mijn hart en dan krijg ik toch weer weer wat vertrouwen in de mensheid.
Als Erdogan - die Koerden rauw voor zijn ontbijt lust - geen enge mohammedaan zou zijn, zou hij de beesten ook nog wokken op zijn Koreaans of op zijn Chinees. De griezel! Nou zal hondenvlees best lekker zijn op zijn tijd, en ik vind dat een veroordeling van het consumeren van onze trouwe viervoeter behoorlijk gestoeld is op een eurocentrische superioriteit op Joodsch-gristelijke grondslag. En het is natuurlijk belachelijk dat je in Amsterdam bij de betere slager heerlijke paardenworst en paardenbiefstuk kan eten, en dat niemand daar kwaad van spreekt. En Joodse poeliers in Amsterdam verkochten vroeger gewoon de edele zwaan!
In de buurt van Bologna heb ik eens een goddelijke stoof van ezel gegeten - het beestje zwom in een puike saus van rode Barbera - en in de heuvels in de omgeving van Perugia at ik eens stekelvarken alla maniera di Francesco d'Assisi. Ons heilige Frenske fluisterde minimaal een uur in de oortjes van de nietsvermoedende porcospino, de beste man stond immers bekend als dierenvriend, alvorens hij de lekkernij liefkozend in de gloeiende olijfolie vlijde. Mijn honden zijn dol op egels en de zigeuners in de Algarve ook, en die nobele wilden smijten die beesten levend in het vuur omdat dat beter voor de smaak zou zijn. En op Aruba zat ik eens met mijn vriend Randolph, een reus van kleur die ik nog kende uit de drugsscene van Leeuwarden, in zijn jeep en toen reed hij patsboem over een enorme leguaan. Hij stopte, smeet de smurrie in de achterbak en riep: Arturo, vanavond eten we hete kip!
Die teckels van GBJ Hiltermann zou ik trouwens beleefd hebben geweigerd, qua consumptie, zelfs al zouden ze door Jonnie Boer zelve smakelijk zijn opgediend met een vrolijk appeltje in hun muiltje. Wist je trouwens dat Hans van Willigenburg (niet onze gewaardeerde collega maar de televisiepersoonlijkheid) ook twee teckels had, of heeft? Hij woonde in de Kerkstraat, vlak bij de jouw welbekende lederbar De Spijker, en het gerucht ging dat hij “ook zo” zou zijn, maar dat werd over GBJ ook verteld. En dat vanwege die teckels! Maar met de kennis die ik nu heb, vind ik twee teckels toch behoorlijk gay, of moet ik queer zeggen? Is jouw hondje trouwens vernoemd naar Bobby Brown, je weet wel, dat liedje van Frank Zappa?
De Grote Straathonden Bijbel is klaar. Het boek wordt 6 februari gepresenteerd en kan nu al worden besteld (klik op afbeelding). De opbrengst gaat naar het immer in geldnood verkerende kleine asiel in Moncarapacho/Fuseta (Oost-Algarve) waarvoor Arthur en ik enkele jaren geleden al 11.000 euro inzamelden. Wie zich geroepen voelt het asiel onafhankelijk daarvan te steunen kan dat via deze link doen.
Zojuist het boek besteld ome Rob.
Heel lief en een geweldig geschreven artikel. Hoop dat er veel boeken worden verkocht.
Ik heb dit artikel met groot plezier gelezen en ik heb zowel een poes, twee katers en een hond in huis gehad, buiten een konijn en 2 cavia's. De laatste 3 op verzoek van mijn kinderen. GBJ herinner ik mij nog goed, hij duidde zo keurig het wereldnieuws. Sjuul Paradijs woont net als ik in het mooie Watergraafsmeer en heb een keer in de tram een leuk gesprek gehad met hem waarin hij mij toevertrouwde dat hij van rechts naar het linkse gedachtegoed is afgeslagen, terwijl ik de tegenovergestelde richting ben gegaan. Veel succes met het boek!